注册 登录
荷乐网 返回首页

goedgoed的个人空间 https://www.gogodutch.com/?66498 [收藏] [复制] [分享] [RSS]

日志

NO1

已有 392 次阅读2010-4-23 13:53 |个人分类:融入

2 Welk land ligt ten zuiden van Nederland?
o Frankrijk
o België
o Duitsland
3 Hoeveel provincies heeft Nederland?12
o 10
o 12
o 14
4 Wat betekent de naam ‘Nederland’?
o land aan zee
o laag land
o waterland
5 Wat zou er gebeuren als er geen dijken en duinen waren?
o dan zou er niets gebeuren in Nederland
o dan zou een groot deel van Nederland onder water lopen
o dan zouden er meer windmolens moeten komen
6 Waar liggen de Deltawerken?
o in Zeeland
o in Limburg
o in Friesland
7 Wanneer begint de lente?
o op 21 december
o op 21 maart
o op 21 juni
Toets hoofdstuk 1 bij Bagage – 1/3
8 Wat gebeurt er in de winter?
o het is z onnig en niet zo koud
o het kan hard waaien en de bladeren vallen van de bomen
o het kan sneeuwen en soms hard vriezen
o de bloemen en planten beginnen weer te bloeien
9 Wat is de hoofdstad van Nederland?
o Amsterdam
o Den Haag
o Rotterdam
10 In welke stad zit de regering van Nederland?
o in Amsterdam
o in Utrecht
o in Den Haag
11 Bij welke stad ligt de belangrijkste haven van Eur opa?
o bij Amsterdam
o bij Den Haag
o bij Rotterdam
12 Hoe heet het grootste vliegveld van Nederland?
o Europoort
o Schiphol
o Amsterdam
13 Waar ligt de Randstad?
o in het westen van Nederland
o in het zuiden van Nederland
o in het oosten van Nederland
14 Hoe heten de eilanden die in de Caribische Zee liggen en vroeger Nederlandse koloniën
waren?
o Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Maarten en Sint-Eustatius
o Suriname en de Nederlandse Antillen
o Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog
15 Waar ligt het Westland?
o in Zuid-Holland
o in Groningen
o in Noord-Holland
Toets hoofdstuk 1 bij Bagage – 2/3
16 Waarin heeft Nederland het meeste werk?
o in de landbouw
o in de industrie
o in de dienstensector
17 Uit welke ex-koloniën zijn veel mensen naar Nederland gekomen?
o uit Suriname en China
o uit China en Indonesië
o uit Indonesië en Suriname
18 Uit welke landen komen de vroegere gastarbeiders?
o uit Italië, ex-Joegoslavië, Spanje, Marokko en Turkije
o uit Italië, ex-Joegoslavië, Spanje en Polen
o uit Marokko, Turkije en Polen
19 Waarom komen asielzoekers naar Nederland?
o omdat ze op de vlucht zijn
o om te werken
o om te studeren
20 Welk geloof is het grootste in Nederland?
o de islam
o het christendom
o het hindoeïsme
21 Wat is waar?
o de staatsgodsdienst in Nederland is het christendom
o in Nederland heb je vrijheid van godsdienst
o openbare scholen zijn alleen voor mensen die niet gelovig zijn
22 Welke taal spreken Nederlanders?
o allemaal dezelfde taal
o Nederlands, Fries en/of dialect
o Nederland en Engels
Toets hoofdstuk 1 bij Bagage – 3/3
Toets hoofdstuk 2 Omgaan met Nederlanders
(16 vragen of meer goed = 80% = voldoende)
Zoek het beste antwoord en kruis aan.
1 Christelijke feesten zijn:
o Kerstmis, Pasen en Koninginnedag
o Kerstmis, Pasen en Bevrijdingsdag
o Kerstmis, Pasen en Pinksteren
2 Sinterklaas wordt gevierd op:
o 11 november
o 5 december
o 21 maart
3 Wat doen Nederlanders met oud en nieuw?
o elkaar cadeautjes geven en eieren eten
o vuurwerk afsteken en oliebollen eten
o met de familie naar de kerk
4 Wat viert men op 30 april?
o Koninginnedag
o Moederdag
o Pinksteren
5 4 en 5 mei zijn belangrijke dagen. Waarom?
o dan begint de lente
o dat heeft te maken met de Tweede Wereldoorlog
o dan is er meivakantie
6 Wanneer hangen jongeren hun schooltas buiten aan de vlag?
o als ze 18 jaar worden
o als ze gaan studeren aan de universiteit
o als ze zijn geslaagd voor een diploma
7 Er is een baby bij de buren geboren. Wat doe je?
o je gaat er direct heen om te feliciteren
o je stuurt een felicitatiekaartje en/of gaat een paar dagen later op visite
o je hangt de vlag uit
Toets hoofdstuk 2 bij Bagage – 1/3
8 Wat doe je als je buurman is doodgegaan?
o je condoleert de familie of stuurt een condoleancekaart
o je stuurt een bloemetje en een condoleancekaart
o je doet niets
9 Waar om zal een ambtenaar een cadeau van jou weigeren?
o hij vindt je een ‘slijmbal’
o hij mag geen cadeaus aannemen
o hij wil liever geld
10 In Nederland zeg je ‘u’ tegen:
o een kind
o een ambtenaar
o vader of moeder
11 Je geeft een hand:
o als je jezelf voorstelt
o als je binnenkomt in de klas
o als je naar de supermarkt gaat
12 Wat vinden Nederlanders het meest belangrijk?
o cadeautjes krijgen
o zelf kiezen
o familie bezoeken
13 Nederlanders maken veel afspraken:
o op het werk, op school en in de vrije tijd
o op het werk en op school
o op het werk en bij sport
14 Wanneer vinden Nederlanders je betrouwbaar?
o als je vriendelijk bent
o als je op tijd komt
o als je veel diploma’s hebt
15 Wat doe je als je last van de buren hebt?
o ik nodig ze uit voor een feest
o ik vertel dat ik last van ze heb en vraag of het anders kan
o ik bel direct de politie
Toets hoofdstuk 2 bij Bagage – 2/3
16 Waar om vragen Nederlanders zo veel?
o ze willen weten of je wel betrouwbaar bent
o ze zijn nieuwsgierig
o ze zijn geïnteresseerd en/of willen kennismaken
17 Je bent in de winkel en wilt betalen. Wat doe je?
o je gaat in de rij staan voor de kassa
o je wacht tot de caissière niets te doen heeft
o je laat eerst alle oudere mensen voor gaan
18 Welke uitspraak is waar?
o er zijn nergens regels voor kleding
o iedereen kiest zijn eigen kleding
o veel Nederlanders dragen onkuise kleding
19 Welke uitspraak is waar?
o Nederlanders vinden ‘u zeggen’ belangrijk
o Nederlanders vinden ‘koffie drinken met de buren’ belangrijk
o Nederlanders vinden ‘op tijd komen’ belangrijk
20 Welke uitspraak is waar?
o Nederlanders denken verschillend
o Nederlanders zijn allemaal hetzelfde
o Nederlanders vinden een eigen mening niet belangrijk
Toets hoofdstuk 2 bij Bagage – 3/3
Toets hoofdstuk 3 Gezondheid
(20 of meer vragen goed = 80% = voldoende)
Zoek het beste antwoord en kruis aan.
1 Wat is gezond?
o roken en drinken
o veel eten en sporten
o veel bewegen en goed eten
2 Je bent niet tevreden over je huisarts. Wat doe je?
o ik zeg niets en ga niet meer naar de huisarts toe
o ik praat met de huisarts of zoek een andere arts
o ik heb geen keuze en moet wel bij deze huisarts blijven
3 Een beroepsgeheim betekent:
o de arts mag niet over mijn gezondheid praten met de specialist
o de arts mag niets over mijn gezondheid doorgeven aan familie of buitenstaanders
o de arts mag niet over zijn beroep spreken
4 Waarom zijn huisartsen in Nederland voorzichtig met medicijnen?
o omdat het te veel kost
o omdat het vanzelf wel over gaat
o omdat medicijnen veel bijwerkingen hebben
5 Wanneer bel je 112?
o bij een ernstig ongeluk
o als je een afspraak met de dokter wilt maken
o als je naar het ziekenhuis moet
6 Wat betekent EHBO?
o eigen hulp bij ongelukken
o eerste hulp bij ongelukken
o eerste handeling bij ongelukken
7 Een controle van de tandarts wordt door de basisverzekering betaald.
o ja
o nee
o soms
Toets hoofdstuk 3 bij Bagage – 1/4
8 Wat is het verschil tussen een apotheek en een drogist?
o er is geen verschil
o medicijnen op recept kun je alleen krijgen bij de apotheek
o medicijnen op recept kun je krijgen bij de dr ogist
9 Wat moet je doen met medicijnen die je niet meer gebruikt?
o ik gooi ze weg in de vuilnisbak
o ik spoel ze door het toilet
o ik lever ze in bij de apotheek of drogist
10 Wanneer ga je naar de dokterswacht?
o als je ziek wordt in het weekend
o als je ziek wordt op vakantie
o als je niet wilt wachten in het ziekenhuis
11 Waar zit de dokterswacht?
o meestal in of bij het ziekenhuis
o in de wachtkamer
o in het centrum
12 Wat gebeurt er als je je afspraak bij de tandarts vergeet?
o je moet een nieuwe afspraak maken
o er gebeurt niets
o je moet toch betalen en een nieuwe afspraak maken
13 Waar ga je naar toe als je zwanger bent?
o naar de huisarts of vroedvrouw
o naar het ziekenhuis
o naar de gynaecoloog
14 Wat is kraamhulp?
o een kraamhulp komt je huis schoonmaken na de bevalling
o een kraamhulp komt informatie geven over het consultatiebureau
o een kraamhulp helpt de moeder de eerste week met de baby in huis
15 Wat gebeurt er op het consultatiebureau?
o je kunt daar alle inentingen krijgen voor je kind
o je kunt daar een afspraak maken met de dokter
o de baby (peuter) wordt gecontroleerd en je kunt advies krijgen over de opvoeding
Toets hoofdstuk 3 bij Bagage – 2/4
16 Wat is thuiszorg?
o een bureau voor huishoudelijk werk
o hulp die je kunt krijgen in huis bij ziekte of handicap
o een winkel voor krukken en rolstoelen
17 Wat betekent GGZ?
o Gemeentelijke Geestelijke Zorg
o Geestelijke Gezondheidszorg
o Gemeentelijke Gezondheidszorg
18 Wanneer ga je naar de GGZ?
o als je lichamelijk ziek bent
o als je psychische problemen hebt
o als je ingeënt moet worden
19 Wat is een soa?
o een vrouwenziekte
o een geslachtsziekte
o een voorbehoedsmiddel
20 Waar kan je heen gaan als je informatie of hulp nodig hebt op seksueel gebied?
o naar de Thuiszorg of het ziekenhuis
o naar de Gemeentelijke Gezondheidszorg of huisarts
o naar maatschappelijk werk of de drogist
21 Wanneer gaan ouderen naar een verzorgingshuis of naar een verpleeghuis?
o als ze 65 jaar zijn
o als ze alleen AOW hebben
o als ze niet meer voor zichzelf kunnen zorgen
22 Welke verzekering is verplicht?
o de basisverzekering
o de aanvullende verzekering
o de basisverzekering en de aanvullende verzekering
23 Hoe betaal je de inkomensafhankelijke bijdrage?
o via de gemeentebelasting
o via je loon of uitkering
o één keer per jaar krijg je de rekening thuis
Toets hoofdstuk 3 bij Bagage – 3/4
24 Wat is zorgtoeslag?
o een gemeentebelasting
o een tegemoetkoming in de kosten voor de kinderen voor wie je zorgt
o een tegemoetkoming in de kosten voor je zorgpremie
25 Wanneer heb je recht op zorgtoeslag?
o als je veel kinderen hebt
o als je een laag inkomen hebt
o als je een uitkering hebt
Toets hoofdstuk 3 bij Bagage – 4/4
Toets hoofdstuk 4 Wonen
( 23 vragen of meer goed = 80% = voldoende)
Zoek het beste antwoord en kruis aan.
1 Je zoekt een huurwoning. Wat moet je doen?
o lid worden van een woningbouwvereniging en in de woonkrant zoeken
o niets, je krijgt vanzelf een woning van de gemeente
o naar een makelaar gaan en daar om advies vragen
2 Waarom is een huurcontract belangrijk?
o dan weet je hoeveel je moet betalen voor je huis
o daar staan alle rechten en plichten in van jou en de verhuurder
o dan kan de huurcommissie je huur verlagen
3 Waar moet je de aansluiting van gas, water en elektriciteit regelen?
o bij de KPN
o bij het energiebedrijf
o bij de woningbouwvereniging
4 Waarom moet je milieubelasting betalen?
o dat is nou eenmaal zo
o voor het ophalen van de vuilnis en containers
o voor het gebruik van de woning
5 Welke 2 verzekeringen zijn belangrijk als je een huis huurt?
o de aansprakelijkheidsverzekering en de zorgverzekering
o de aansprakelijkheidsverzekering en de inboedelverzekering
o de zorgverzekering en de inboedelverzekering
6 Wat is huurtoeslag?
o een tegemoetkoming voor de huurkosten
o een tegemoetkoming voor de woonkosten
o een tegemoetkoming voor de inrichtingskosten
7 Wanneer kan je huurtoeslag aanvragen?
o als je een dure woning hebt
o als je een laag inkomen hebt
o als je een uitkering hebt
Toets hoofdstuk 4 bij Bagage – 1/4
8 Bij welke gemeente moet je melden dat je gaat verhuizen?
o bij de gemeente waar je weg gaat
o bij de gemeente waar je naar toe gaat
o bij de gemeente waar je weg gaat en waar je naar toe gaat
9 Wie regelt het aansluiten van gas, water en elektriciteit?
o dat doet de gemeente
o dat moet ik zelf doen
o dat doet de nieuwe bewoner
10 De verwarmingsketel van je huurhuis is kapot. Wie bel je?
o de woningbouwvereniging
o de loodgieter
o de cv-monteur
11 De wasmachine is kapot. Wie bel je?
o de woningbouwvereniging
o de reparateur of het bedrijf waar je de machine hebt gekocht
o de gemeente: afdeling Reiniging
12 Het dak van je huurhuis lekt. Wie bel je?
o de woningbouwvereniging
o de loodgieter
o een vriend die het dak repareren kan
13 De televisie is uit je woning gestolen. Wie bel je eerst?
o de woningbouwvereniging
o de politie
o de inboedelverzekering
14 De krant is:
o een dagblad
o een weekblad
o een maandblad
15 Wat is een kabelaansluiting?
o een elektrische draad
o een gezamenlijke antenne voor radio, tv en internet
o belasting voor de radio en tv
Toets hoofdstuk 4 bij Bagage – 2/4
16 Wat is het verschil tussen een zender (= net) en een omroep?
o er is geen verschil
o een zender is voor de radio en een omroep voor de televisie
o een zender is een radio- of tv-station en een omroep is een organisatie
die radio- en tv-programma’s maakt
17 Jouw kind heeft bij de buren in huis een spiegel gebroken.
Je hebt een aansprakelijkheidsverzekering. Wie bel je?
o de woningbouwvereniging
o de verzekeringsmaatschappij
o niemand
18 Wat is een vaste telefoon?
o een telefoon die vast aan de muur zit
o een telefoon die je in je woning aansluit
o een telefoon met een 06-nummer
19 Wat is internet?
o een paar computers bij elkaar
o een wereldwijd netwerk van veel computers
o een organisatie om te e-mailen
20 Welke energiebronnen zijn schoon?
o steenkool en aardolie
o hout en diesel
o wind en zonlicht
21 Wat kan je doen om energie te besparen?
o geen gordijnen nemen
o de kachel/verwarming minder hoog zetten
o warm water gebruiken
22 Hoe wil de Nederlandse overheid zorgen dat mensen energie besparen?
o auto’s verbieden
o de prijs van benzine, gas en elektriciteit verhogen
o alle huizen goedkoop bouwen
23 De buren maken te harde muziek. Wat doe je?
o ik bel de woningbouwvereniging
o ik bel de politie
o ik ga eerst zelf praten met de buren
Toets hoofdstuk 4 bij Bagage – 3/4
24 De vuilniszakken worden niet opgehaald. Wat doe je?
o ik bel de woningbouwvereniging
o ik bel de gemeente: afdeling Reiniging
o ik doe niets
25 Wat kan je doen in een buurthuis?
o je kunt er mensen uit de buurt ontmoeten
o je kunt er hulp krijgen bij het zoeken naar een huis
o je kunt er goedkoop boodschappen doen
26 Wat is een alleenstaande?
o iemand die niet getrouwd is
o iemand die alleen woont
o iemand die gescheiden is
27 Waarom gaan veel Nederlanders eerst samenwonen?
o om geld te besparen
o dan kan je gemakkelijk scheiden
o om te kijken of ze bij elkaar passen
28 Wat betekent eenoudergezin?
o een vader of moeder met kinderen
o opa of oma woont bij het gezin
o een vrouw met kinderen
Toets hoofdstuk 4 bij Bagage – 4/4
Toets hoofdstuk 5 Dienstverlenende instanties
(20 vragen of meer goed = 80% = voldoende)
Zoek het beste antwoord en kruis aan.
1 Je bent verhuisd. Wat moet je doen?
o inschrijven bij de gemeente
o inschrijven bij het buurthuis
o inschrijven bij de woningbouwvereniging
2 Wat is identificatieplicht?
o het is verplicht om je in te schrijven
o je moet altijd een paspoort bij je hebben
o je moet altijd een identificatiebewijs kunnen laten zien
3 Wat is het voordeel van naturalisatie?
o je bezit alle rechten en plichten van een Nederlander
o je mag werken bij de overheid
o je mag stemmen
4 Waar kan je naturalisatie aanvragen?
o bij de vreemdelingenpolitie
o bij de gemeente
5 Is het rijbewijs uit je land van herkomst ook in Nederland geldig?
o ja
o nee
o soms
6 Welke 3 taken heeft de Nederlandse politie?
o hulpverlening, handhaving van de openbare orde, het voorkomen,
opsporen en beëindigen van strafbare feiten
o het verkeer regelen en het voorkomen, opsporen en beëindigen van strafbare feiten
o het voorkomen, opsporen en beëindigen van strafbare feiten,
handhaving van de openbare orde en het verkeer regelen
Toets hoofdstuk 5 bij Bagage – 1/4
7 Je hebt een overtreding begaan. Wat gebeurt er?
o je krijgt een officiële waarschuwing of een boete
o je krijgt een alternatieve werkstraf of je moet naar de gevangenis
8 Heeft de stadswacht een uniform?
o ja
o nee
o soms
9 Heeft de stadswacht een wapen?
o ja
o nee
o soms
10 Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd betekent:
o je mag in Nederland blijven
o je mag tijdelijk in Nederland blijven
o je mag voor altijd in Nederland blijven
11 Waarom komen de meeste asielzoekers naar Nederland?
o ze zijn op de vlucht voor oorlog of geweld
o ze willen bij hun gezin wonen
o ze willen geld verdienen of studeren
12 Wat doet de Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland?
o zij helpen met het zoeken naar een huis
o zij helpen vluchtelingen
o zij helpen alle buitenlanders
13 Voor welke hulp kun je naar de sociaal raadslieden?
o voor advies over wetten, regelingen en formulieren
o voor juridische hulp aan mensen met een laag inkomen
o voor hulp bij een uitkering
14 Voor welke hulp kun je naar het Juridisch Loket?
o voor juridische informatie en advies
o voor maatschappelijke hulp aan mensen met een laag inkomen
o voor hulp bij een uitkering
Toets hoofdstuk 5 bij Bagage – 2/4
15 Wat is bijzondere bijstand?
o extra geld (bij een laag inkomen) voor als je kinderen hebt
o extra geld (bij een laag inkomen) voor als je geen werk hebt
o extra geld (bij een laag inkomen) voor als je bijzondere kosten hebt
16 Wanneer moet je je inschrijven bij het CWI?
o als je werk zoekt
o als je een huis zoekt
o als je in de gemeente staat ingeschreven
17 Wanneer krijg je kinderbijslag?
o als je in Nederland woont of werkt
o als je kinderen hebt onder de 18 jaar
o als je kinderen naar school gaan
18 Wie zorgt voor de AOW voor mensen boven de 65 jaar?
o de sociale verzekeringsbank
o de Sociale Dienst van de gemeente
o de Informatie Beheergroep
19 Waarom is het handig om een bankrekening te hebben?
o dat is in Nederland veiliger
o bijna alle geldzaken in Nederland gaan via een bank
o dan kan je gemakkelijk sparen
20 Waarom is je pincode geheim?
o zulke dingen zijn privé
o het zijn maar vier cijfers
o dan kan er niemand anders geld van mijn rekening halen
21 Wat is een chipknip?
o een pas voor grote bedragen
o een pas voor kleine bedragen
o een pas voor in de winkel
22 Wat moet je als eerste doen als je pas gestolen is?
o je pas blokkeren
o een nieuwe pas aanvragen
o melden bij de politie
Toets hoofdstuk 5 bij Bagage – 3/4
23 Waar kan je huurtoeslag aanvragen?
o bij de belastingdienst
o bij de woningbouwvereniging
o bij de gemeente
24 Wanneer krijg je zorgtoeslag?
o als je een laag inkomen hebt
o als je veel zorgen hebt
o als je veel onkosten hebt
25 Wanneer kan je hulp krijgen van het tolkencentrum?
o als je een gesprek hebt met een arts of officiële instantie
o als je nog niet ingeburgerd bent
o als je nog geen Nederlands spreekt
Toets hoofdstuk 5 bij Bagage – 4/4
Toets hoofdstuk 6 Opvoeding en onderwijs
(32 vragen of meer goed = 80% = voldoende)
Zoek het beste antwoord en kruis aan.
1 Waar ga je naar toe als je zwanger bent?
o de huisarts of vroedvrouw
o het ziekenhuis of consultatiebureau
o het consultatiebureau of thuishulp
2 Wat kan je bij de thuiszorg lenen?
o babykleding
o spullen voor de bevalling
o babybedje
3 Tot welke leeftijd gaan kinderen naar het consultatiebureau?
o tot 1 jaar
o tot 4 jaar
o tot 12 jaar
4 Wie regelt de kinderbijslag?
o de gemeente
o de sociale verzekeringsbank
o de Informatie Beheergroep
5 Voor welke leeftijd is het kinderdagverblijf?
o van 0 tot 1 jaar
o van 0 tot 4 jaar
o van 0 tot 12 jaar
6 Voor welke leeftijd is de buitenschoolse opvang?
o van 0 tot 4 jaar
o van 0 tot 12 jaar
o van 4 tot 12 jaar
7 Voor welke leeftijd is de gastouderopvang?
o van 0 tot 1 jaar
o van 0 tot 4 jaar
o van 0 tot 12 jaar
Toets hoofdstuk 6 bij Bagage – 1/5
8 Welke voordelen heeft gastouderopvang?
o de opvangtijden zijn flexibel
o de opvangtijden staan vast
o er zijn maximaal vier kinderen
9 De meeste Nederlanders vinden kinderopvang goed voor de ontwikkeling van een baby.
o waar
o niet waar
10 Waar kan je kinderopvangtoeslag aanvragen?
o bij de gemeente
o bij de belastingdienst
o bij de sociale verzekeringsbank
11 Wat leren kleine kinderen op de peuterspeelzaal of voorschool?
o samen spelen en de Nederlandse taal
o voor zichzelf opkomen
o samen spelen en zindelijk worden
12 De leerplicht is:
o van 5 tot 12 jaar
o van 5 tot 18 jaar
o van 5 tot 16 jaar
13 Wat is een gemengde klas?
o jongens en meisjes bij elkaar
o 2 of meer jaarklassen (leeftijden) bij elkaar
o Nederlandse en buitenlandse kinderen bij elkaar
14 Wat is een samengestelde klas?
o jongens en meisjes bij elkaar
o 2 of meer jaarklassen (leeftijden) bij elkaar
o Nederlandse en buitenlandse kinderen bij elkaar
15 Op de basisschool zijn gemengde klassen.
o waar
o niet waar
16 Op de basisschool dragen kinderen een uniform.
o waar
o niet waar
Toets hoofdstuk 6 bij Bagage – 2/5
17 Veel basisscholen werken met thema’s.
o waar
o niet waar
18 Op de basisschool is de computer een vast onderdeel geworden.
o waar
o niet waar
19 Ouders moeten zich niet bemoeien met de lessen op de basisschool.
o waar
o niet waar
20 Waarom is de (Cito)toets in groep 8 belangrijk?
o je kunt dan beter kiezen voor een school in het voortgezet onderwijs
o het resultaat is belangrijk voor de kwaliteit van het basisonderwijs
o anders mag je niet naar het voortgezet onderwijs
21 Voor wie is het speciaal onderwijs?
o voor kinderen met een speciale religie
o voor kinderen met een handicap of gedragsproblemen
o voor kinderen uit een kindertehuis
22 Welke 3 schooltypen zijn er in het voortgezet onderwijs?
o vmbo, havo, vwo
o mbo, hbo, wo
o mbo, bbl, bol
23 Waar kan je tegemoetkoming studiekosten krijgen?
o de gemeente
o de Informatie Beheergroep
o de sociale verzekeringsbank
24 Welke drie onderwijsvormen zijn er na het voortgezet onderwijs?
o vmbo, havo, vwo
o mbo, hbo, wo
o mbo, bbl, bol
25 In Nederland ga je na de basisschool naar het voorgezet onderwijs.
o waar
o niet waar
Toets hoofdstuk 6 bij Bagage – 3/5
26 Met een vmbo-diploma kan je naar het mbo.
o waar
o niet waar
27 Met een havodiploma kan je naar de universiteit.
o waar
o niet waar
28 Volwassenen kunnen ook naar het mbo.
o waar
o niet waar
29 De Sociale Dienst betaalt een studie aan de universiteit.
o waar
o niet waar
30 Soms krijgen werklozen een opleiding van het CWI of re-integratiebureau.
o waar
o niet waar
31 Waar kan je studiefinanciering aanvragen?
o de gemeente
o de Informatie Beheergroep
o de sociale verzekeringsbank
32 Is het mogelijk om te studeren als je ouder bent dan 27 jaar?
o ouder dan 27 jaar ben je verplicht om te werken
o alleen als je heel rijk bent en de kosten voor school en levensonderhoud zelf betaalt
o je bent te oud voor studiefinanciering. Er zijn wel andere mogelijkheden
33 Wat vinden de meeste Nederlanders?
o de vrouw is hoofdverantwoordelijk voor de opvoeding
o de man is hoofdverantwoordelijk voor de opvoeding
o man en vrouw zijn allebei verantwoordelijk voor de opvoeding
34 De meeste kleine kinderen moeten in Nederland op tijd naar bed.
o waar
o niet waar

评论 (0 个评论)

返回顶部

关于此网站上的Cookie

我们使用 Cookie 来个性化和改善您在我们网站上的使用体验,了解您如何使用本网站和为您提供量身定制的广告或咨询。 如果您继续使用我们的网站,即代表您同意我们使用 Cookie政策。 请访问我们Cookie条款隐私条款,了解最新内容。

接受