在选择短期课程培训的时候，需要知道的有：

1. Hoelang duurt de cursus ? 课程持续时间？
2. Hoeveel keer per week heeft de les? 每周上几次课？
3. Op welke dag(en) heeft het les? / Wanner is het les? 星期几上课？
4. Hoe laat begint de les ? 几点开始上课？
5. Hoe laat eindigt de les? 几点下课？
6. Hoeveel kost de cursus? 学费多少？
7. Waar zijn de lessen? 上课的地点在哪？

2. Het inschrijvingsformulier van het secretariaat

申请表

Persoonlijke gegevens(个人信息）
Voornaam 名
Familienaam 姓
geboortedatum出生日期
geboorteland出生地
M男 V女
nationaliteit国藉
Burgerlijke staat婚姻状态	alleenstaand单身/getrouwd已婚/ samenwonend同居/ gescheiden离婚/ weduwe/weduwnaar丧偶
Adres地址
Straat&nummer街名及门牌号
Postcode 邮编
land国家
Tel/faxnummer(s) 电话/传真号
e-mail
Studies en werk学历和工作经验
Welke diploma's heb je?学历	secundair onderwijs(tot 18 jaar)高中 Hoger onderwijs专科 Universiteit 大学
Welke studies heb je gedaan?专业
Studeer je?是否是学生？
Ja.是	Aan de Universiteit ...在...大学 Aan .. 在...学校
Nee.否	Ik werk …(sector). 我在...工作 Ik zoek werk. 我在找工作。 Ik ben huisvrouw/huisman. 我是家庭主妇/主夫。
cursus课程
Welke cursus wil je volgen?你想选的课程是什么。
Welk niveau wil je volgen?哪一个等级	Niveau 1一级 - niveau 2…...

3. Nationaliteit国籍

荷语里国籍的写法跟英语不一样，不同性别用不同的词。

Land国家	Man男	vrouw女
België比利时	Belg	Belgische
Frankrijk法国	Fransman	Française
Nederland荷兰	Nederlander	Nederlandse
England英国	Engelsman	Engelse
Duitsland德国	Duitser	Duitse
China中国	Chinees	Chinese

4. Secretariaat

秘书跟学生常用对话。

Secretariaat	Cursist
Kan ik u helpen?	Kan ik hier een cursus Frans/aerobics/.. Volgen?
De cursus start?	Wanneer start de cursus?
De cursus duurt?	Hoelang duurt de cursus?
Wij hebben…/ De lessen zijn?	Wanneer zijn de lessen?
De cursus kost… euro.	Hoeveel kost de cursus?
Een momentje. Ik neem even een formulier.	Ik wil me inschrijven.

5. Het veroer交通工具

Het vervoer交通工具

De auto(de auto's) 汽车

De fiets(de fietsen) 自行车

De motor(de motors=de motoren)摩托车

De bus(de bussen) 公交

De trein(de treinen)火车

De tram(de trams) 有轨电车

De taxi(de taxi's)出租车

De vliegtuig(de vliegtuigen)飞机

Het schip(de schepen)船

出门方式：

Te voet(gaan)= by foot

Met de auto/de fiets/de motor/het vliegtuig乘坐…

rijden开车

fietsen骑自行车

vliegen飞

Varen= travel

Liften=autostop doen

Bezoeken=op bezoek gaan探访

De chauffeur(de chauffeurs) driver

De fietser(de fietsers) bike driver

De voetganger(de voetgangers)

De passagier(de passagiers) 乘客

De treinconducteur(de treinconducteurs)火车售票员

De piloot(de piloten)飞行员

Ver van很远

Dichtbij 很近

Ik woon ver van de supermarkt. Ik woon dichtbij het station.我住的地方离超市很远，离车站很近。

6. grammer

Presents: Hebben en zijn hebben和zijn的现在时

	Hebben	Zijn
Ik	Heb	Ben
Jij/je/u	Hebt	Bent
Hij/zij/het	Heeft	Is
Wij/we	Hebben	Zijn
Jullie	Hebben	Zijn
Zij/ze	Hebben	zijn