|||
Boodschappen doen: naar de supermarkt gaan, naar de bakker gaan, naar de slager gaan...购物(生活用品)
Koffie zetten倒咖啡
Koken= eten klaarmaken做饭
De tafel dekken摆桌子
De tafel afruimen收拾桌子
De afwas doen=afwassen洗碗
Afdrogen把盘子擦干
De was doen=de kleren wassen洗衣服
strijken熨衣服
opruimen整理 eg:het huis opruimen整理房间
stofzuigen用吸尘器吸
Naar school brengen 送(孩子)上学
Kind van school halen 接孩子放学
Met huiswerk helpen帮(孩子)做家庭作业
Kind afhalen接孩子
De kinderen in bad doen 帮孩子洗澡
De tv aanzetten打开电视
Schoonmaken=poetsen做清洁
De planten water geven给植物浇水
De kat(ten) of de hond(en) eten geven 给猫或狗喂吃的
Tekst
Een dag uit het leven van yoko & jan
Het is zaterdag. Vandaag nodigen we onze vrienden Mick en Marjan uit. Zij komen straks eten. We hebben veel te doen, maar we slapen tot tien uur uit. Als ontbijt eten we croissants met confituur. Jan drinkt koffie, maar ik drink thee. Na het ontbijt doen we eerst het huishouden: Jan ruimt de living op. Ik maak de keuken en de badkamer schoon. Daarna nemen we een bad en gaan we boodschappen doen.
's Avonds maken we samen het diner klaar. We geven Mick en Marjan eerst een aperitief met hapjes. Jan dekt de tafel voor het eten. Ik doe een lekkere fles wijn open. Tijdens het eten babbelen we over ons leven. Na het eten ruimt Jan de tafel af. Hij zet ook koffie. Jan en Mick praten over voetbal. Ik doe samen met Marjan de afwas.
文中标出红色的动词都是可以分开的,在句中将主动词放在时间跟主语之间,介词放最后。
如nodigen uit, 原型是uitnodigen,在句中为vandaag nodigen we onze vrienden uit.